Het onderzoek naar “de organisatorische, kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van omgekeerd inzamelen” in samenwerking met AVRI geeft reden tot nadenken.
Het onderzoek concludeert dat Omgekeerd Inzamelen een aanzienlijk effect heeft op het scheidingsgedrag van de burger; de ingezamelde hoeveelheden veranderen drastisch en de samenstelling van zowel het restafval als de diverse grondstofstromen wijzigt. Opvallend hierbij is dat de hoeveelheden ingezameld GFT, glas en textiel aanzienlijk toenemen en dat deze stromen ook relatief zuiver blijven.
Dit geldt echter niet voor de kwaliteit van oud papier en karton en het plastic en drankenkartons (PD). Naast een substantiële groei in de ingezamelde hoeveelheden bleek in het AVRI-gebied sprake van een toename van ongewenst materiaal in de fracties en met name in het PD. In het geval van het PD wordt de toename van de ingezamelde hoeveelheid zelfs grotendeels veroorzaakt door extra vervuiling. Van het bewuste scheidingsgedrag dat de inwoners laten zien bij onder andere GFT en glas lijkt bij het PD geen sprake.
De toenemende hoeveelheid vervuiling in P(M)D is een grote zorg. Naast dat de kosten van inzameling en sortering hierdoor enorm toenemen, zorgt de vervuiling ook voor kwaliteitsverlies in het recycleproces. Het is niet voor niets dat het Platform Ketenoptimalisatie waarin gemeenten (VNG) samenwerken met het verpakkende bedrijfsleven (Afvalfonds Verpakkingen) hier prioriteit aan geven.
De implementatie van Omgekeerd Inzameling in gebied van Avri Rivierenland is vanaf 1 juli 2019 gevolgd. In de acht betreffende gemeenten werd voor 1 juli 2019 al gebruik gemaakt van diftar. Resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in een infographics en een stappenplan welke zijn te downloaden via;
infographic samenvatting onderzoek naar OI,
infographic effecten van omgekeerd inzamelen,
en implementatieplan OI.