Textiel, houd het gescheiden

Samen doen we ons uiterste best om zoveel mogelijk afval te scheiden. De overheid heeft hierin als doel voor gemeenten gesteld om te komen tot een scheiding van 75% in 2020. Denk dan aan de scheiding van papier, plastic, glas en textiel. Doel is dat ze worden hergebruik of gerecycled tot nieuwe grondstoffen. Wat gebeurt er tussen het in de containers stoppen en het hergebruiken/recyclen ervan?

Als we dit specifiek voor de fractie textiel bekijken, zien we een ontwikkeling dat gemeenten besluiten textielcontainers in eigen beheer te legen en vervolgens het ingezamelde textiel verkopen aan sorteerbedrijven als Sympany. Maar is dit nu wel zo’n goede ontwikkeling?

Waarom besluiten gemeenten textielcontainers in eigen beheer te legen?
Gemeenten zijn continu bezig met de afweging (kosten)efficiënt, servicegericht en bij voorkeur ook nog milieubewust de afvalinzameling te verzorgen. Doel is om te komen tot een optimale vorm van afvalinzameling. Vaak wordt gekozen voor één partij die alle fracties voor een gemeente inzamelt. Soms laat zo’n partij via onderaanneming een of meerdere van de fracties door derden uitvoeren, ieder zijn specialisme tenslotte. Gemeenten die zelf inzamelen gebruiken daarbij vaak eenzelfde laadbak, die dus ook voor andere fracties wordt gebruikt. Wat voor effect heeft dit op het gescheiden ingezameld textiel?

Wat is het gevolg van diverse fracties inzamelen met eenzelfde laadbak?
Glas, papier/karton en textiel zijn droge componenten. Maar GFT en restafval weer totaal niet.
Textiel is een kwetsbare fractie, die snel vies en nat wordt. Transport in bijvoorbeeld een open laadbak, is voor textiel uit den boze, het wordt nat en onbruikbaar. Wordt wel een gesloten laadbak gebruikt, dan blijft textiel droog. Maar als deze gesloten laadbak ook wordt gebruikt voor de inzameling van andere fracties, dan is het risico groot dat het textiel wordt bevuild met de fractie waarvoor de laadbak eerder is gebruikt. Wordt textiel gestort, zogenaamde overslag, om het weer met een ander voertuig te vervoeren, dan heeft dat ook geen gunstig effect op ingezameld textiel. Overslag houdt in dat na inzameling het textiel tijdelijk in een loods op de grond wordt gestort en daarna met een heftruck of grijper weer in een volgend voertuig wordt geheveld. Ook dan raakt textiel bevuild of beschadigd, met als gevolg dat het niet meer bruikbaar is. Nat/bevuild textiel heeft ook nog eens meer gewicht dan droog textiel. Kilo’s waar een sorteerbedrijf als Sympany voor moet betalen aan een gemeente en wat vervolgens als afval moet worden afgevoerd. Ook voor het afvoeren van dit afval moet worden betaald. Een kostbare aangelegenheid.

Conclusie
Om te komen tot circulariteit is niet alleen de doelstelling van 75% afvalscheiding per 2020 van belang. Om als gemeente stappen te zetten richting een doelmatige afvalscheiding- én -recycling is aandacht voor de wijze van opslag en transport evenzo belangrijk.