Met een ferme draai aan een manshoge verwarmingsknop is de koppelleiding tussen de warmtenetten van Arnhem, Duiven en Westervoort, officieel in gebruik genomen. Gedeputeerde van de provincie Gelderland, Annemieke Traag, verrichtte de openingshandeling onder het toeziend oog van genodigden op het terrein van afval- en energiebedrijf AVR in Duiven.
De koppelleiding die mogelijk is gemaakt dankzij een investering van Nuon, verbindt de warmtenetten van Arnhem, Duiven en het naastgelegen Westervoort. Hierdoor ontstaat er één groot warmtenet met een capaciteit die overeenkomt met het warmteverbruik van 14.000 woningen. Duiven en Westervoort gingen in 1985 al voor. Dankzij de koppelleiding maken nu ook de inwoners en bedrijven uit Arnhem officieel gebruik van de duurzame warmte van AVR.
Warmte is één van de energievormen die AVR produceert bij het verbranden van huishoudelijk- en bedrijfsafval. De andere vormen van energie zijn stoom en elektriciteit, die hun weg vinden naar de omliggende bedrijven of het elektriciteitsnet. De geproduceerde warmte is duurzame warmte en maakt de individuele verwarmingsketels bij de bewoners overbodig. Dat scheelt aanzienlijk in de uitstoot van CO2 en fijnstof. Stadswarmte draagt daarmee bij aan de leefbaarheid van steden.
Afval is altijd beschikbaar, we maken met z’n allen 24 uur per dag afval. AVR verbrandt dit afval 24 uur per dag, 7 dagen per week. En zo is er ook altijd warmte beschikbaar voor het warmtenet van Nuon. Zelfs voor die momenten dat ineens iedereen tegelijk warmte nodig heeft – de zogenaamde piekmomenten – is er warmte paraat. Dit zit opgeslagen in een groot buffervat op het terrein van AVR, gevuld met maar liefst 1,2 miljoen liter warm water.
De samenwerking tussen Nuon en AVR en de koppeling van de warmtenetten draagt sterk bij aan de duurzaamheidsdoelstelling van de gemeenten Arnhem, Duiven en Westervoort en de provincie Gelderland. Annemieke Traag: “Dergelijke samenwerkingen tussen bedrijven zijn van groot belang voor het milieu en een stimulans voor de economie in onze regio”.