Positieve resultaten inventarisatie samenwerking Friese milieustraten

Gemeenten aan de slag met verdere afstemming

Een ruime meerderheid van de Friese gemeenten staat positief tegenover het gemeentegrensoverschrijdend gebruik van haar milieustraten. Dit blijkt uit de inventarisatie die de afgelopen maanden is gehouden door een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers van Friese gemeenten en Omrin. De desbetreffende gemeenten voeren de komende maanden per regio gesprekken om de potentiële samenwerking in de loop van 2017 verder vorm te geven. De gemeentelijke herindelingen in Friesland worden hierbij ook in ogenschouw genomen. De inwoners van deze gemeenten ontvangen te zijner tijd van hun eigen gemeente meer informatie over de mogelijkheden gebruik te maken van meerdere Friese milieustraten. Met name gemeenten in Noordoost-, Noordwest- en Zuidoost-Friesland staan positief tegenover de samenwerking. De gemeenten Achtkarspelen, De Fryske Marren, Súdwest-Fryslân en Weststellingwerf hebben om diverse redenen besloten nu niet deel te nemen aan het initiatief. De Waddeneilanden maken vanwege hun ligging geen deel uit van de samenwerking.

De basis voor de inventarisatie is het adviesrapport dat medio 2016 is voorgelegd aan de colleges van Friese gemeenten. In dit adviesrapport wordt het toekomstscenario beschreven waarin inwoners hun grof huishoudelijk afval naar de dichtstbijzijnde Friese milieustraat kunnen brengen, ongeacht of deze milieustraat van de eigen gemeente is. Aangezien enkele gemeenten hebben aangegeven (nog) niet deel te nemen aan de samenwerking, is een provinciebrede samenwerking op dit moment niet haalbaar.

Samenwerking middel om landelijke afvalbeleidsdoelstellingen te behalen
Het rapport komt er op neer dat afval moet worden gescheiden in zoveel mogelijk grondstoffen en dat dit voor de Friese burgers zo gemakkelijk mogelijk moet worden gemaakt. Hierbij is de gedachte ontstaan dat de gemeentegrens niet langer leidend zou moeten zijn om te bepalen naar welke milieustraat de burger moet gaan, maar dat het mogelijk zou moeten worden dat elke burger naar de dichtstbijzijnde milieustraat kan gaan. Verhoging van de componentenscheiding is goed voor het milieu. Het is dan ook een centrale doelstelling van het afvalbeleid van zowel gemeenten als het Rijk. Betere scheiding aan de bron van het grof huishoudelijk afval kan een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstellingen van het VANG-programma Huishoudelijk Afval (in 2020: 75% afvalscheiding en maximaal 100 kg huishoudelijk afval per inwoner per jaar). Milieustraten spelen met hun uitgebreide scheidingsmogelijkheden en vaak ruime openingstijden een grote rol in het faciliteren van de grondstoffenscheiding.