Wiebes schaadt concurrentiepositie afval- en recyclingindustrie

Stortbelasting en afvalstoffenheffing voor de schatkist

Kortzichtig beleid met desastreuze gevolgen voor Nederlandse economie

Staatssecretaris Wiebes van Financiën wil vanaf 2015 belasting heffen op restafval van huishoudens en bedrijven. De op 1 april heringevoerde stortbelasting wordt gecontinueerd. Dit schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De belastingmaatregelen moeten de schatkist 100 miljoen euro per jaar opleveren. De praktijk is dat Nederlands restafval over de grens verdwijnt en dat de kosten voor recycling en verwerking – én dus voor de burger – stijgen. De Vereniging Afvalbedrijven (VA) waarschuwt dat het kabinet met deze maatregel het fundament onder de ingezette overgang naar een meer circulaire economie afbreekt. Het kost de Nederlandse economie meer dan het oplevert en het leidt niet tot vergroening.

Voor het goed functioneren van de Europese afval- en recyclingmarkt zijn open grenzen en een gelijkwaardig speelveld essentieel. De belasting op restafval, die Wiebes wil laten innen bij afvalenergiecentrales, maakt verwerking in Nederland duurder. Doordat export van afval van de nieuwe afvalstoffenheffing wordt vrijgesteld, verwacht de VA dat een aanzienlijk deel van het Nederlandse restafval vanaf 2015 in het buitenland wordt verwerkt. Op termijn kan het om 2,2 miljoen ton restafval van huishoudens en bedrijven gaan. Dat staat gelijk aan dertig procent van de Nederlandse verbrandingscapaciteit en vertegenwoordigt een omzet van ruim 150 miljoen euro. Tegelijkertijd moet Nederland meer brandbaar restafval uit het buitenland importeren om zijn afvalenergiecentrales draaiende te houden en daarmee nog meer maatschappelijke kosten te voorkomen.

De kosten voor recycling nemen door de nieuwe belastingheffing toe. Bij recyclingprocessen komen residuen vrij die alleen kunnen worden verbrand of gestort. Doorgaans gaat het om ongeveer twintig procent van het afval dat de recyclinginstallatie ingaat. Over die residuen moet vanaf 2015 ook belasting worden betaald. Gevolg is dat het ontplooien van nieuwe recyclingactiviteiten in Nederland wordt afgeremd. Op die manier stelt Nederland zijn potentiële positie als recyclinghub van Europa in de waagschaal. Dit betekent minder werkgelegenheid in de recyclingsector, en bijvoorbeeld ook in de Rotterdamse haven.

Voortzetting van de stortbelasting bevestigt dat het kabinet niet zozeer uit is op vergroening, maar op extra inkomsten. In Nederland wordt alleen afval gestort dat niet-herbruikbaar en niet-brandbaar is. Op 1 januari 2012 is de stortbelasting door het kabinet afgeschaft omdat zij geen sturende werking naar hoogwaardiger verwerking meer had. De stortbelasting leidt nu nog uitsluitend tot ontwijkgedrag door wegmengen en illegale lozing. De economisch toch al in zwaar weer verkerende stortsector raakt hierdoor nog verder in de problemen.

Nederland loopt internationaal voorop als het gaat om het recyclen en verwerken van afval. Met zijn unieke geografische ligging en sterke logistieke sector heeft Nederland de ideale ingrediënten in huis om zich te ontwikkelen tot Europese recyclinghub. Voor staatssecretaris Wiebes lijkt alleen het genereren van inkomsten op de korte termijn van belang te zijn. Dat de maatregel op de langere termijn leidt tot gederfde inkomsten voor overheid en samenleving, die het bedrag van 100 miljoen euro vele malen overstijgen, wordt over het hoofd gezien. Kortzichtig beleid, dat de VA beoordeelt als een gemiste kans voor het milieu en voor de Nederlandse economie.