Het woord circulaire economie is niet meer weg te denken uit de krant, jaarverslagen en strategiedocumenten. Maar… bestaat een écht circulaire economie wel? Moeten we het niet hebben over een spiraal, in plaats van een cirkel?

Deze vraag legt Afvalgids voor aan Wieger Droogh, Algemeen Directeur van SUEZ Recycling & Recovery Netherlands. Een gewaagde vraag omdat het bedrijf zo’n beetje al haar activiteiten richt op het realiseren van de circulaire economie. Een ontkenning van de cirkel betekent wellicht een ontkenning van het bedrijfsmodel?

Droogh: “Zoals het nu gaat, moeten we het inderdaad eerder over een spiraal dan een cirkel hebben. SUEZ wil de levensduur van grondstoffen verlengen door ze zo zuiver mogelijk beschikbaar te stellen voor recycling. Maar in de praktijk wordt de kwaliteit na hergebruik telkens minder waardoor de levensduur inderdaad nog eindig is.“ Dat wil volgens de bestuurder niet zeggen dat de spiraal niet meer en meer een cirkel kan worden. Droogh: “SUEZ ziet dat producenten steeds meer bereid zijn om met secundaire grondstoffen te werken. Ze ontwikkelen nieuwe productieprocessen die daarop aansluiten. Ook consumenten zullen meer producten van secundaire grondstoffen in hun handen krijgen” Want plastic producten die nu van ‘nieuw plastic’ zijn gemaakt, zullen meer en meer bestaan uit gerecycled plastic.

Bronscheiding is cruciaal voor onze bewustwording

Geen recycling zonder scheiding
Om recycling mogelijk te maken, is scheiding noodzakelijk. Dit kan bij de veroorzaker van het afval, zoals een huishouden (bronscheiding), bij de inzamelaar van het afval en dit kan bij de verwerker van het afval (nascheiding). Wat is de meest efficiënte plek voor scheiding?

Droogh: “Laat ik bij bronscheiding beginnen. Het mooie van bronscheiding is dat we daarmee een enorme bewustwording creëren onder huishoudens. Door bij de bron te scheiden, zie je zelf met eigen ogen hoeveel verpakking we gebruiken. En dat bewustzijn, daar begint het. Zo ontstaat een gezonde druk om de hoeveelheid verpakkingen te verminderen of om überhaupt na te denken over de ‘noodzaak’ van verpakkingen.

Je moet bij bronscheiding echter goed kijken naar wat wel en wat niet kan. In binnenstedelijk gebied met hoogbouw kun je vergaande bronscheiding niet verwachten van de consument. Nascheiding is daar een goede oplossing. In andere gebieden moet je juist wél bronscheiding propageren. Ik ben van mening: altijd bronscheiding waar het kan want deze is cruciaal voor onze bewustwording. Wij kijken uiteraard ook naar technieken om beter te scheiden achteraf. Het is goed om de kracht van beide modellen te gebruiken.”

Waar zou nascheiding moeten liggen, bij de inzamelaar of bij een gemeente? Droogh: “Belangrijk is dat overheid en private partijen proberen samen te werken, zodat niet elke stad een eigen oplossing zoekt. Samenwerking is essentieel voor het sluiten van kringlopen. Daarnaast is het belangrijk om goed te kijken naar betere business modellen en het combineren van stromen. Persoonlijk lijkt het mij logischer om de nascheiding bij een private inzamelaar of verwerker onder te brengen.”

Je kunt je afvragen hoe fictief het voorbeeld van Rotterdam is

Rotterdam
In Rotterdam is de scheidingsvraag heel actueel. De duurzame ambities zijn groot maar bronscheiding is door de culturele en architectonische diversiteit voor veel wijken niet haalbaar. De gemeente heeft recent geopperd om zelf de nascheiding te verzorgen. Hoe ziet Droogh dit? “In veel wijken werkt bronscheiding wel, in andere wijken – bijvoorbeeld met hoogbouw – werkt het niet volledig. In Rotterdam is een samenwerking denkbaar tussen AVR, de stad zelf en SUEZ. De gemeente Rotterdam en AVR kunnen hun kennis op het gebied van restafval inzetten, SUEZ kan bijdragen door haar kennis over verwerking van specifieke afvalstromen (zoals kunststof) in te zetten. In dat geval zou AVR zou een scheidingsinstallatie kunnen bouwen en het restafval kunnen scheiden voor de wijken binnen Rotterdam waar bronscheiding niet mogelijk is. SUEZ zou bepaalde stromen hieruit kunnen verwerken, zoals het kunststof. Want onze sorteerinstallatie voor kunststof verpakkingsafval is al in Rotterdam gevestigd. Door op die manier samen te werken kunnen we optimaal gebruik maken van elkaars assets.

Rotterdam wordt nu aangehaald als fictief voorbeeld, maar je kunt je afvragen: hoe fictief is het. Gesprekken zijn gemakkelijk te initiëren en op te pakken. Ik denk dat er meer kansen liggen dan bedreigingen. Ik ben van mening: de discussie voor nieuwe initiatieven hoeft niet over óf publiek óf privaat te zijn. Er zijn voldoende voorbeelden waarin publiek en privaat heel goed kunnen samenwerken.”

Haalbaar of niet, Zero waste moet in ieder geval wel het streven zijn

Cirkel, spiraal of zero
Het hogere doel is en blijft: Zero Waste. Maar is dit haalbaar? Droogh: Voor een aantal van onze klanten zal het zeker haalbaar zijn. Niet voor alle afvalstromen is het mogelijk maar het streven moet er in ieder geval wél zijn.

We zullen met elkaar écht bewust moeten worden van hoeveel grondstoffen we gebruiken. Ik ben geen ‘groene voorvechter’ maar ik ben er wel door gegrepen wat wij in onze samenleving allemaal aan het doen zijn.”


Dit was deel 2 van de interviewreeks met Wieger Droogh
Deel 1 treft u hier:  Een bijzondere oproep van CEO Wieger Droogh
Deel 3 treft u hier: Duurzaamheid en innovatie vs subsidie
Deel 4 treft u hier: Het nieuwe Suez vs het voormalige Sita