Unieke samenwerking voor ver(der)gaande optimalisatie van bodemasrecycling

Op de foto, zittend: Peter Rem (TU Delft) ; Roelof Kruize (AEB) , Arno la Haye (Inashco)
Staand: Jaap Pranger (AEB), Rogier van de Weijer (Inashco), Kees van den Berge (AEB),
Peter Westerhuijs (TU Delft), Bart Berkhout (AEB), Peter Berkhout (TU Delft).

Het Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB), de TU Delft en Inashco gaan de recycling van bodemassen verder optimaliseren.

Op 5 maart jl. hebben deze drie partijen hiertoe een intentieovereenkomst ondertekend waarbij het uitgangspunt is om de minerale bodemasfractie maximaal nuttig toe te passen. Dit initiatief sluit goed aan bij de op 7 maart jl. gesloten Green Deal.

Op 7 maart werd door staatssecretaris Atsma en de Vereniging van Afvalbedrijven de zogenaamde Green Deal gesloten: een overeenkomst over de nuttige toepassing van avi-bodemassen. De Afvalenergiecentrales gaan investeren om de kwaliteit van bodemassen te verbeteren. Uitgangspunt is dat het materiaal in de normale recyclingketen wordt opgenomen en zonder beschermende maatregelen kan worden toegepast.

“Bij AEB zijn wij voortdurend bezig om maximaal rendement uit afval te halen, niet alleen in de vorm van duurzame energie, maar ook door de mogelijkheden te onderzoeken om steeds meer grondstoffen uit afval te herwinnen. Met dit project gaan we bijvoorbeeld onderzoeken of de resterende bodemas een nuttige toepassing kan vinden in straattegels of vrij toepasbaar als zand en grind. Ons eigen afval is daarmee niet alleen een bron van energie, maar ook van grondstoffen”, aldus Jaap Pranger, directeur operationele en commerciële zaken AEB.

De TU Delft en AEB ontwikkelden al eerder een deel van de technologie om de fijne fractie van bodemassen te behandelen. Peter Rem, hoogleraar recycling technologie aan de TU Delft, voegt daaraan toe dat “met de komst van de innovatieve droge scheidingstechniek van Inashco (ADR) een belangrijk probleem van de scheiding van bodemassen in afzonderlijke deelfracties op een economisch verantwoorde manier is opgelost en daarmee nu de weg naar volledig hergebruik van bodemassen open ligt”.