Minder elektrische apparaten in restafval

Maatregelen voor bronscheiding blijven nodig voor meer inzameling
De hoeveelheid afgedankte kleine elektrische apparaten (e-waste) in het restafval daalt. In de periode 2012-2016 is de hoeveelheid klein e-waste die de consument jaarlijks als restafval weggooit met een derde verminderd van 33,6 tot 21,9 miljoen kilo. E-waste dat mensen weggooien, gaat verloren voor recycling. NVMP en Wecycle ondersteunen daarom de inspanningen van gemeenten om meer afval te scheiden.

Bureau Witteveen+Bos deed in opdracht van NVMP en Wecycle onderzoek naar de hoeveelheid e-waste in het restafval. Deze hangt sterk samen met gedifferentieerde tarieven voor afvalinzameling door gemeenten (‘Diftar’). In gemeenten met Diftar is de hoogte van de afvalstoffenheffing afhankelijk van de hoeveelheid restafval. Dit stimuleert inwoners om hun afval gescheiden in te leveren, zodat er zo min mogelijk restafval ontstaat. Het verschil tussen Diftar-gemeenten en gemeenten zonder Diftar is groot: in Diftar-gemeenten zit er gemiddeld 60 procent minder e-waste in het restafval. Dit verschil is nog groter in gemeenten die gebruik maken van de Diftar-methoden waarbij de inwoners betalen naar rato van gewicht of een dure zak moeten aanschaffen voor hun restafval. In die gemeenten zit er gemiddeld 71 procent minder e-waste in het restafval.

Combinatie instrumenten succesvol
Jan Kamminga, voorzitter NVMP: ”Deze analyse toont duidelijk aan hoe belangrijk het is om deze afvalstroom aan de bron te blijven scheiden, bijvoorbeeld door omgekeerd inzamelen al dan niet in combinatie met Diftar of door in te leveren in de duizenden inleverbakken in de winkels. Uit het onderzoek blijkt ook dat indien alle gemeenten Diftar zouden hanteren, er op jaarbasis ruim 15 miljoen kilo e-waste extra wordt ingezameld. Wat een potentie aan extra grondstoffen voor hergebruik!” Bij omgekeerd inzamelen haalt de gemeente de gescheiden afvalstromen die gerecycled kunnen worden op, terwijl inwoners het restafval zelf wegbrengen.

Gemeenten hebben vanwege het programma ‘VANG Huishoudelijk Afval’ de doelstelling om de hoeveelheid restafval te verkleinen. Jan Vlak, directeur Wecycle: “In gemeenten die hier planmatig op acteren en meerdere instrumenten inzetten, daalt de hoeveelheid restafval en het e-waste daarin. Het gaat daarbij vaak om een combinatie van nieuwe inzamelmethoden, gedifferentieerde service en communicatie. Wij helpen daarom onze partnergemeenten met advies en campagnes om meer e-waste in te zamelen en hen te ontzorgen voor deze afvalstroom. We hebben immers dezelfde ambitie.” In de onderzoeksperiode heeft Wecycle in totaal bijna 180 miljoen kilo aan klein e-waste ingezameld, voornamelijk via gemeenten.

Over het onderzoek
Bureau Witteveen+Bos (W+B) maakte voor haar onderzoek gebruik van sorteergegevens die de gemeenten aanleveren aan het Centraal Bureau voor de Statistiek. In haar analyse hield W+B rekening met seizoensinvloeden, type woning, soorten inzamelmiddelen en het al dan niet hanteren van gedifferentieerde tarieven voor afvalinzameling door gemeenten (‘Diftar’).