Gloeilamp massaal vervangen door spaar- of ledlamp

Een jaar nadat de gloeilamp uit de schappen is verdwenen, blijkt dat weinig Nederlanders het ouderwetse peertje missen. Nederlanders vervangen hun gloeilampen massaal voor zuinige alternatieven. Dat en meer blijkt uit de Verlichtingsmonitor van de Stichting LightRec. Ruim tweederde van de consumenten geeft aan geen probleem te hebben met het feit dat de gloeilamp niet meer te koop is. Van hamsteren blijkt dan ook geen sprake te zijn geweest, al hebben de meeste mensen nog wel een paar gloeilampen op voorraad, gemiddeld 5 per huishouden.

Uit de Verlichtingsmonitor blijkt dat minder dan de helft van de Nederlanders vorig jaar bewust bezig is geweest met het aanleggen van een voorraad lampen. Het is vooral de oudere generatie consumenten die een bovengemiddeld aantal gloeilampen op voorraad heeft (gemiddeld 7,5 lamp). De meerderheid van de Nederlanders heeft daarentegen niet bewust een voorraad aangelegd. Dit is vooral ingegeven door milieutechnische overwegingen: consumenten begrijpen dat energiezuinige lampen beter zijn voor het milieu en voor de eigen portemonnee.

Ledlamp hét alternatief voor gloeilamp
Inmiddels geeft de helft van de Nederlanders aan al meer dan 50% van de lampen in huis te hebben vervangen door een energiezuinig exemplaar. Vooral in de woonkamer maken we graag gebruik van energiezuinige verlichting. In de berging of de schuur hangt vaker nog een gloeilamp.

Volgens Jeroen Bartels, manager van LightRec, berusten veel van de argumenten van personen die nog niet zijn overgestapt op energiezuinige verlichting, op een misvatting. “De huidige generatie spaarlampen en zeker ledlampen kent veel meer mogelijkheden dan vroeger. Toch zien we dat voor sommige consumenten hun ervaringen met de eerste generatie energiezuinige lampen parten speelt. Vooral omdat spaarlampen nu eenmaal lang meegaan. Deze mensen zijn bijvoorbeeld nog steeds in de veronderstelling dat er voor kroonluchters geen geschikte energiezuinige exemplaren bestaan of dat het nog steeds seconden duurt voordat een spaarlamp brandt. Terwijl dat voor nieuwe lampen door de huidige technologie niet meer geldt.”

De verwachting is dat niet de spaarlamp, maar de ledlamp hét alternatief wordt voor de gloeilamp. “De prijzen van ledverlichting – het belangrijkste argument om nog niet over te stappen op led – dalen snel. Ledverlichting gaat nog langer mee en kent veel meer toepassingen. Zo is ledverlichting mogelijk dimbaar en kan het ook verschillende kleuren aannemen. We verwachten dan ook dat de ledlamp snel gemeengoed wordt,” concludeert Bartels.

Bewustwording
Nu er geen gloeilampen meer verkocht worden, moeten straks alle oude lampen en armaturen worden ingezameld voor recycling om ervoor te zorgen dat er geen gevaarlijke stoffen in het milieu terecht komen en de materialen weer zoveel mogelijk opnieuw gebruikt kunnen worden, aldus Bartels. “Energiezuinige verlichting kan voor meer dan 90% worden gerecycled. Het is dus belangrijk dat consumenten zich hier bewust van zijn, omdat anders kritische grondstoffen verloren gaan.”

Consumenten kunnen oude tl-buizen, spaar- en ledlampen en armaturen inleveren bij de winkel als ze een nieuwe lamp aanschaffen, bij de gemeentelijke milieustraat en bij bouwmarkten, elektronicawinkels en supermarkten die inzamelbakken hebben staan. Steeds meer winkels gaan proactief een samenwerking aan met uitvoeringsorganisatie Wecycle, bij deze winkels kunnen consumenten hun oude lampen altijd kwijt.

LightRec is de organisatie die namens de producenten en importeurs opdrachtgever is voor de inzameling en recycling van energiezuinige verlichting door Wecycle.